Tijdens deze weken van social distancing denkt Galerie Jos Depypere na over een manier om kunst dichter bij haar verzamelaars te brengen. Door een glimp op te vangen van het dagelijkse leven van onze kunstenaars die beperkt zijn tot hun huis en atelier, hopen we zo een denkbeeldige brug te kunnen bouwen tussen onze artiesten en verzamelaars tijdens deze vreemde tijden van Covid-19.
Heeft deze situatie uw dagelijks leven veranderd? Van de ene dag op de andere terug naar de essentie, zo voel ik het aan. Het dagelijkse leven was voordien een kluwen van bezigheden die allemaal om ter hardst om aandacht schreeuwden: de artistieke projecten werden soms zelfs ondergesneeuwd door organisatorische besognes, e-mails en telefoons, tentoonstellingen, beurzen, … Met het uitbreken van de coronacrisis is plots de balans omgekeerd. Geen dringende praktische zaken meer, geen deadlines meer, een zeer welkome zee van rust en vrijheid die een dubbele kans biedt: enerzijds met meer concentratie dan ooit voortwerken aan de lopende artistieke projecten, op nieuwe ideeën te broeden ook, anderzijds nu de tredmolen is stilgevallen: een unieke kans om zelf stil te blijven staan, in een helikopter te kruipen en alles eens vanop afstand te bekijken en te zien wat écht belangrijk is in het leven, een beetje zoals de kaart van de gehangene in de Tarot. Het is een van mijn voornemens in de toekomst meer periodes van gelijkaardig isolement in te bouwen, dat staat nu al vast.
Kunt u ons een typische dag in uw atelier beschrijven? Er zijn dagen van magie en er zijn dagen van werk. De dagen van magie mis ik op dit moment, dat zijn de dagen waarop ik met modellen en assistenten taferelen tot leven breng, waarop we net dat éne toverachtige moment proberen te creëren waarop alles samenvalt: idee, esthetiek, compositie, uitdrukking… Maar bon, op dit moment zijn er noodgedwongen enkel dagen van werk. Die hebben ook hun charme, maar ze zijn gelijkmatiger. Als ik ’s ochtends uit mijn dromenroes ontwaak probeer ik die nog even vast te houden, om me de visioenen en droombeelden te herinneren. De dag beginnen is een heel ritueel, waar een warm bad, meditatie, koffie en een ontbijt overvol fruit bij komen kijken. De voormiddag gaat dan meestal op aan organisatorische kwesties: mailen, telefoneren, back-uppen, … die bezigheden zijn nu gelukkig enorm ingekort, zodat ik vaak al in de voormiddag tijd vind voor creatievere zaken, of voor een goed telefoongesprek met een collega kunstenaar, galerist, vriend… Dezer dagen ook geen verplaatsingen, dus een middagmaal in huiselijke kring en daarna volop tijd voor creatie. Ik heb het grote geluk dat ik op dit moment op een berg materiaal zit die nog uitgewerkt moet worden: foto- en videoshoots van een gans jaar die moeten resulteren in een nieuw boek, een video, een nieuwe website. Op dit moment bestaat het creatieve stuk dus in grote mate uit nabewerking, opmaak, programmatie… maar ook schetsen, ideeën verzamelen voor nieuwe projecten. Die laatste bezigheid loopt nu door tot in de avond: klassieke literatuur en filosofie (her)lezen, kunstdocumentaires bekijken, me verdiepen in andere kunstenaars (op dit moment Marcel Mariën en Broodthaers). Het is natuurlijk ook een ideale periode voor opruimen en orde scheppen. Dat is heel hard nodig, want nu er zo goed als geen exposities en beurzen meer zijn, stapelen de werken zich hier op. Toch ben ik niet zo erg overtuigd van de noodzaak van teveel orde en netheid: creativiteit gedijt beter op een bedje van chaos. Mijn vrouw is daar maar tot op een zekere hoogte mee akkoord.
Hebben deze tijden uw visie op kunst gewijzigd? Deze crisis maakt eensklaps zichtbaar dat de thema’s waarrond ik werk alleen maar aan actualiteit winnen. Op een of andere manier had ik het gevoel, na de Divine Comedy, Autopia en Flora and the Water Warriors dat de boodschap duidelijk en de cirkel rond was. Ik heb tien jaar lang verhalen en mythen geactualiseerd, een nieuw evangelie gecreëerd, met als boodschap dat we een aantal fundamentele waarden moeten herzien en nieuwe goden moeten creëren voor de samenleving van de toekomst. Minder mannelijk egocentrisch heldendom en overwinningsdrang, meer vrouwelijk sociaal inlevingsvermogen, dat is één van de centrale thema’s
Gelooft u dat kunst mensen kan helpen tijdens deze vreemde periode? Wat enorm het ego streelt, is dat verzamelaars, sommigen van het eerste uur, me nu selfies sturen met mijn werk op de achtergrond in hun huis of bedrijf, waarbij ze zich gelukkig verklaren dat ze net nu van deze werken kunnen genieten. Ik heb nooit geloofd dat kunst mensen per se moet kunnen helpen, maar het blijft kennelijk een feit dat er een zekere troost en vreugde van kunst kan uitgaan, dat het de mensen bevestigt dat het leven niet alleen maar kommer en kwel is maar ook momenten van genot, van welke aard ook, bevat. Dat moet niet alleen schoonheid zijn, dat kan ook intelligentie, humor, verwondering, een inzicht… zijn. Kunst kan zeker verhalen vertellen, mensen verbinden, hun verbeelding en hun bewustzijn prikkelen, doen dromen van een andere wereld, en dat is op dit moment meer dan ooit aan de orde.
Wat is het eerst wat u wenst te doen wanneer dit allemaal over is? Wat we het laatst gedaan hebben voor we in quarantaine gingen: naar de Italiaan om de hoek gaan. Eerst en vooral terug de banden aanhalen met familie en goede vrienden. Tegelijk jeuken mijn vingers al een hele tijd om naast fotografie (waarin ik mijn vertrouwde thema’s nog verder kan verdiepen) ook nieuwe media in te zetten. De jongste jaren heb ik al regelmatig performances en installaties in mijn werk geïntroduceerd (Autopia), en video (De Anatomie van de Schoonheid, All About Eve) uiteraard. Recent is daar beeldhouwkunst bij gekomen. Zo werk ik op dit moment aan een bronzen beeld van de Minotaur, die ditmaal niet door een Theseus met een zwaard, maar door een dansende Ariadne wordt verslagen. Er zijn vanuit dat idee heel wat parallellen naar het heden en de nabije toekomst te trekken, nietwaar?